Kwantumgetal
Afgeleid van het Latijn quantum = hoeveelheid.
Kwantumgetallen zijn getallen ( n , l , ml , ms ), die de mogelijke (energie)toestanden van een elektron in een atoom beschrijven.
Geeft aan tot welk hoofdenergieniveau
(‘schil’) een elektron behoort.
Het hoofdkwantumgetal kan volgende positieve, gehele waarde aannemen: n
= 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7.
Geeft
aan tot welk subniveau binnen een bepaald hoofdniveau het
elektron behoort.
Het nevenkwantumgetal kan alle positieve waarde hebben gelegen tussen 0
en n-1.
De energie van een elektron in een atoom wordt uitsluitend bepaald door deze kwantumgetallen: n en l.
Geeft
informatie over de mogelijke bewegingsrichtingen ('banen') van het elektron.
Elektronen met hetzelfde stel hoofd- en nevenkwantumgetallen bezitten dezelfde
energie, ook al zijn hun magnetische kwantumgetallen verschillend. Enkel
in een zeer sterk magneetveld zijn er kleine energieverschillen.
In een bepaald subniveau kan het magnetisch kwantumgetal alle gehele waarden
hebben, nul inbegrepen, van -l
tot +l.
Een combinatie van het Engels (to) spin = snel draaien, tollen en het Latijn quantum = hoeveelheid.
Geeft informatie over de zin
van de tollende beweging van het elektron (spin: spin up / spin down). Dit
verschil heeft geen invloed op de energie van de elektronen, tenzij in een
zeer sterk magneetveld.
In elke 'baan' of orbitaal is plaats voor 2 elektronen met een tegengestelde
spin. Hun spinkwantumgetallen zijn dan +1/2 of -1/2.
Kwantumgetallen
|
Maximaal
aantal elektronen
|
|||
n |
l |
ml |
subniveau |
hoofdniveau
(schil) |
1 |
0 |
0 |
2 |
2 |
2
|
0 |
0 |
2 |
8 |
1 |
-1
, 0 , +1 |
6 |
||
3
|
0 |
0 |
2 |
18 |
1 |
-1
, 0 , +1 |
6 |
||
2 |
-2
, -1 , 0 , +1 , +2 |
10 |
||
4
|
0 |
0 |
2 |
32
|
1 |
-1
, 0 , +1 |
6 |
||
2 |
-2
, -1 , 0 , +1 , +2 |
10 |
||
3 |
-3
, -2 , -1 ,0, +1 , +2 , +3 |
14 |